Op 18 maart is het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, negende tranche in werking getreden. De bijlagen bij de Crisis- en herstelwet zijn aangepast en er zijn nieuwe innovatieve experimenten toegevoegd. Eén daarvan is het experiment transitie naar zorgvuldige veehouderij in de provincie Noord-Brabant.
De provincie Noord-Brabant en de Brabantse gemeenten vinden de overlast van veehouderij op het milieu en de leefomgeving te groot. Ze willen dit aanpakken, zodat een verantwoord woon-, werk- en leefklimaat ontstaat. Deze transitie naar een zorgvuldige veehouderij omvat een nieuwe, brede benadering, waarin het dier centraal staat. Ondernemers worden gestimuleerd om vernieuwende bedrijfssystemen toe te passen. Volksgezondheid en acceptatie vanuit de omgeving tellen mee voor de inpasbaarheid van de veehouderij in de omgeving. De negende tranche maakt dit juridisch mogelijk via een nieuw artikel in het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.
Door een wettelijke basis voor de Brabantse zorgvuldigheidsscore veehouderij in de Verordening milieu 2014 van de provincie Noord-Brabant is het mogelijk om bepalingen over bijvoorbeeld volksgezondheid, dierenwelzijn, cumulatie van geur en fijnstof op te nemen – aspecten waarvan niet juridisch zeker is of ze ‘ruimtelijk relevant’ zijn in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.
De gemeente kan bij bedrijven die volledig onder het Activiteitenbesluit vallen maatwerkvoorschriften stellen voor fijnstof en geur, ook al zijn die aspecten uitputtend geregeld. Daarvoor moeten deze bedrijven wel in aangewezen urgentiegebieden gelegen zijn. Bij bedrijven die een omgevingsvergunning nodig hebben, was dit juridisch al mogelijk binnen de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De wijziging zorgt voor de nodige juridische basis om te experimenteren met deze nieuwe aanpak.