De stand van zaken met betrekking tot de fosfaatrechten voor de melkveehouderij per 10 november 2016:

  • Het ingediende wetsvoorstel van staatssecretaris Van Dam wordt door de Europese Commissie als staatssteun opgevat. Hierdoor moet het wetsvoorstel aangepast worden.
  • Door de benodigde aanpassing van het wetsvoorstel is invoering op 1 januari 2017 onmogelijk geworden.
  • Het wetsvoorstel wordt op twee punten gewijzigd en het fosfaatrechtenstelsel wordt ingevoerd op 1 januari 2018 (naar verwachting).
  • Als eerste punt wordt de generieke korting niet meer toegepast nadat de rechten zijn verstrekt, maar de korting wordt direct verwerkt in de hoeveelheid rechten die wordt toegekend.
  • De totale hoeveelheid rechten die op 1 januari 2018 wordt toegekend, is gelijk aan het fosfaatproductieplafond in de derogatiebeschikking.
  • De hoeveelheid rechten per bedrijf is afhankelijk van de gegevens over de veestapel op 2 juli 2015 en de forfaitaire excretiewaarden.
  • Als tweede punt wordt in de wet nader toegelicht dat de fosfaatbank, voor het toekennen van niet overdraagbare rechten, strengere criteria zal moeten hanteren dan wat nu op basis van geldende Europese normen verplicht is.
  • De Europese Commissie benadrukt wel dat Nederland een overtuigend pakket aan maatregelen moet presenteren om aan te tonen dat de fosfaatproductie in 2017 wordt gereduceerd.
  • Deze reductie in 2017 is dus niet op basis van de fosfaatrechten, want dit systeem treedt naar verwachting op 1 januari 2018 in werking.
  • Indien deze reductie in 2017 niet voldoende is dan kan dit gevolgen hebben voor de voortzetting van de derogatie na 2017.
  • Dus vٕóór 1 januari 2018 moet de fosfaatproductie onder het fosfaatplafond worden gebracht en daarna kan het stelsel van fosfaatrechten worden ingevoerd.

Kortom, wordt vervolgd….In de tussentijd blijft vooral de melkveehouderij in grote onzekerheid achter.

Door: ing. C.A.M.M. (Carla) van der Wielen, carlavanderwielen@noordanuspartners.nl