Sinds 1 september 2007 is de pachtwet ingetrokken en is de bestaande pachtregelgeving met een aantal wijzigingen opgenomen in het Burgerlijk Wetboek. Na een evaluatie van de huidige pachtregelgeving, in opdracht van Staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken, concludeert Prof. Mr. D.W. Bruil dat de huidige pachtregeling fundamenteel moet worden herzien. In de landbouw bestaat nog steeds behoefte aan de figuur pacht, echter de huidige wet is tweeslachtig. Reguliere pacht is te streng, liberale pacht niet streng genoeg.

Uitgangspunt in het evaluatierapport van prof. Mr. Bruil is dat pachters en verpachters zoveel mogelijk in staat moeten worden gesteld hun zaken onderling te regelen, echter met de restricties dat pachter waar nodig bescherming geniet en dat duurzaam grondgebruik waar mogelijk gestimuleerd wordt.

Enkele andere opzienbarende aanbevelingen zijn o.a.:

  • Pachtovereenkomsten voor hoeven: minimaal 25 jaar, voor los land en gebouwen: minimaal 6 jaar
  • Goedkeuring door de grondkamer vervalt en grondkamers worden opgeheven
  • Geen pachtprijsbeheersing, wel een systeem om tot redelijke pachtprijzen te komen
  • Pachter is bevoegd tot wijziging bestemming, inrichting en gedaante
  • Onderverpachting is toegestaan

De belangengroepen van zowel verpachter- als pachterzijde zullen het naar verwachting op een aantal punten oneens zijn. Afgewacht moet worden in hoeverre het evaluatierapport daadwerkelijk tot wijzigingen in het pachtstelsel zal leiden.